‘Ik ben het Zelf wat verwijlt in het hart van alle wezens’ zegt Krishna in de Bhagavad Gita.
Deze zin inspireert me steeds weer, ze voelt troostend en warmt mijn hart.
Wat bedoelt Krishna hier? Wat is Zelf? Verwijst deze liefdevolle uitspraak naar non-dualiteit?
De meeste mensen ervaren een bepaalde mate van afgescheidenheid tussen zichzelf en anderen, tussen zichzelf en het leven en de wereld. De non-duale filosofie ontkent die ervaring van afgescheidenheid niet, en ze ziet ook dat er iets is wat maakt dat alles op de meest intieme manier verbonden is. Is het dat wat in alle harten aanwezig is? maar hoe dan?
De non-duale filosofie ziet de manifestatie, de wereld van vorm, ruimte en tijd zoals we die kennen als iets wat niet op zichzelf staat. Ze ziet de manifestatie als de expressie van Dat wat onveranderlijk, ondeelbaar, onnoembaar en niet kenbaar is op de manier waarop we gewoon zijn dingen te kennen. Je zou het God kunnen noemen, Brahman, de Ene, Puur Bewustzijn of Liefde.
Krishna gebruikt hier het woord Zelf.
Het Zelf is de ultieme werkelijkheid die ten grondslag ligt aan alles wat bestaat.
Het Zelf gaat vooraf aan tijd en ruimte. Het is de oneindige potentie. De leegte en de volheid tegelijkertijd. Het is de ‘stof’ waarvan alles gemaakt is.
We gebruiken graag de metafoor van de ocean en de golf om dit idee inzichtelijk te maken.
Het Zelf is in deze metafoor de oneindige, ongedifferentieerde ocean.
De manifestatie, het gevoel van een afgescheiden ik, zou je kunnen zien als de golven.
Op een bepaalde manier kan je de golf onderscheiden van de ocean, maar tegelijkertijd is het onmogelijk te zien waar de oceaan ophoud en de golf begint. Ze zijn hetzelfde, én verschillend tegelijk.
In non-duale filosofie zien we dat op relatief niveau alles steeds verandert, vorm heeft en tijdelijk is, net als de golven. We zien ook dat er een diepere, onveranderlijke realiteit ten grondslag ligt aan dat wat komt en gaat, net zoals de oceaan dat onbeweeglijke en ongedifferentieerde is waarvan en waarin de golven ontstaan.
Wanneer je begint met de non-duale yoga beoefening zie je jezelf vooral als golf en probeer je zoveel mogelijk het ‘golf zijn’ in stand te houden, goed en aangenaam te maken. Misschien zelfs wel met yoga en meditatie. Maar uiteindelijk geeft dit je toch niet de diepe vervulling waar je naar verlangt.
Je blijft de pijn van afgescheidenheid voelen.
De onvermijdelijkheid van verlies, ziekte en de dood dragen we allemaal steeds met ons mee zolang we ons blijven identificeren als de golf en over het hoofd te zien dat we ook oceaan zijn.
Gelukkig is de non-duale ervaring altijd en voor iedereen beschikbaar, het is immers wat je ten diepste bent. We hoeven niet iets te veranderen aan onszelf, het enige wat we kunnen dien is dat wat alshet ware tussen onszelf en het inzicht plaatsen weg te nemen. Door de beoefening van non-duale yoga en meditatie (en andere mystieke tradities) leer je helder te kijken, en schijnt het besef dat ik (als de golf), een expressie ben van het Zelf (de oceaan) steeds meer door de laag van afgescheidenheid heen. Je ervaart steeds meer dat er in jou, én in ieder ander, iets is wat onveranderlijk en hetzelfde is.
Je zou misschien het idee kunnen krijgen dat de non-duale ‘staat’ een kille, passieve, en eenvormige toestand is. Niet echt iets om naar uit te kijken en een beetje beangstigend soms.
Een beetje moed heb je wel nodig om het pad van de non-duale filosofie te gaan.
Daarom is het zo inspirerend en bemoedigend om in het gezelschap te zijn van mensen die de intentificatie en afgescheidenheid los hebben kunnen laten, en te lezen over de levens van Zelf-gerealiseerde mensen uit het verleden.
Zij zijn een levende getuige van het feit dat zij die zichzelf kent als het Zelf stroomt over van liefde, creativiteit, spontaniteit, mededogen en eigenheid. Er komt in haar steeds meer ruimte voor het Zelf, de oneindige potentie om vrij tot expressie te komen.
Wanneer ze de wereld en de ander ziet, ziet zij een expressie van het Zelf.
Ze kán niet anders dan liefhebben.
En zo verzacht steeds meer het gevoel van afgescheidenheid, eenzaamheid en de weerstand tegen de manier waarop het leven zich ontvouwt.
Op een heel natuurlijke manier komen compassie, geduld, liefde en vrijgevigheid tot bloei.
De manifestatie krijgt een Goddelijke Glans
Het Zelf wat in alle harten verwijlt wordt zichtbaar.